Blog archives

Rommelmarkt (2)

gods_bloemtuin_klein.jpg
Klik op het plaatje voor een vergroting

Over vreemde platen gesproken: bovenstaande plaat kwam een vriend van mij tegen op een rommelmarkt. Wat een hoes! Ik kan me precies voorstellen wat voor conversatie er ongetwijfeld moet hebben plaatsgevonden tussen Maarten de Groot en zijn vrouw tijdens de fotosessie voor de hoes van In Gods Bloementuin.

Vrouw van Maarten de Groot: Waar is ons Hammondorgel gebleven? Maarten! Zit je nu al weer met ons Hammondorgel in de tuin?!
Maarten de Groot: Ja, sorry schat. Het is voor die plaat, weet je wel.
Vrouw: En mijn bloemen! Waar is dat bosje bloemen gebleven wat ik laatst heb gekocht voor mijn moeder?
Maarten: Oh, uh, sorry. Dat staat hier op mijn orgel. Je krijgt het na de fotosessie terug!
Vrouw: En mijn Chanoekia! Mijn negenarmige kandelaar! Waar is die gebleven?
Maarten: Uh..

Voor wie nog niet genoeg heeft: rare platenhoezen en nog meer rare platenhoezen. Vooral om deze moest ik hard lachen, alhoewel hij enigszins cru is:

freddie_gage.jpg

Meer over deze plaat. Freddie’s officieële website (!)

Blog archives

Mijn oude TV

Oude televisie

Als mensen voor het eerst bij mij thuis valt hun oog vaak als eerste op mijn televisie. Ik heb namelijk, in tegenstelling met de recente trend, geen 60-inch plasmascherm wat een gehele wand opvult, maar een heel klein beeldbuisje uit de jaren zeventig. Hij is destijds door mijn vader gekocht toen hij nog studeerde, en hij is inmiddels de vijftig gepasseerd, dus u kunt zich wel voorstellen hoe lang dat geleden is. Ondanks haar hoge leeftijd doet mijn NEC Farbfernseher (ze waren blijkbaar destijds goedkoper in Duitsland) het nog prima, hetzij met wat kleine aanpassingen. De volumeknop is al jaren geleden gesneuveld omdat ik daar altijd zo fanatiek aan draaide toen ik nog een kleine Hayke was, en ook de aan/uit knop is kaduuk dus ik moet de stekker uit het stopcontact halen om de televisie uit te zetten.

oudetv2.jpg

Een ander probleem zijn de zenderknoppen. In de jaren zeventig had je alleen nog maar Nederland 1, 2 en de Duitse zenders, dus waren wat stikkertjes naast die knoppen voldoende voor het complete zenderaanbod. Maar sinds de uitbreiding van de zenderpaketten zijn het aantal stikkertjes net zo snel gegroeid, zodat de huidige situatie is dat er grote oerwouden van stikkers om de knoppen heen zitten.

Toch heeft mijn oude televisie ook voordelen. Zo is bijvoorbeeld een nieuwe zender op de kabel alleen maar een kwestie van een nieuw stikkertje plakken, in plaats van door allerlei onhandige menu’s navigeren. Je kunt maar op één kanaal afstemmen, waardoor je langer geconcentreerd blijft zitten en gedwongen wordt om een goede keuze te maken. Bovendien is het heel handig als je (zoals ik) wel eens iets ontwerpt voor het scherm. Als je het op deze televisie test weet je zeker dat er niemand is die een slechter model heeft. Ook heeft deze televisie natuurlijk nog sprietantennes voor als de kabel uitvalt, alhoewel dat voordeel afloopt op 11 december. En omdat de knoppen draaibaar zijn (en dus heel fijn af te stellen) wil het nog wel eens lukken om een gecodeerd kanaal van de kabelmaatschappij zo af te stellen dat je een beetje kan meekijken.

oudetv3.jpg

Helaas paste mijn nieuwe DVD-speler niet op de antenne-ingang van de televisie (van SCART hadden ze in 1970 natuurlijk nog nooit gehoord) dus het leek er even op dat ik toch mijn vertrouwde Farbfernseher de deur uit moest doen. Maar daar heb ik gelukkig een oplossing voor gevonden: een kapotte videorecorder, die niet meer opneemt maar nog wel kan tunen, converteert het signaal van SCART naar het signaal wat de antenne-ingang aankan, en zo kan ik dus ook allerlei hypermoderne DVD’s afspelen op mijn oude televisie. En ik kan ook zappen. Wat toch stiekem wel fijner is dan elke keer opstaan en naar de televisie toelopen als er reclameblokken zijn.

Blog archives

Rommelmarkt

Da’s balen. Heb ik op een rommelmarkt een plaat gekocht waarop Willi Boskovsky de grootste hits dirigeert van de Strauss-familie, blijkt er En van je hoempa hoempa in te zitten van de Beierse Dorpmuzikanten. Dus als iemand de bewuste plaat van Strauss heeft gevonden in zijn exemplaar van En van je hoempa hoempa: laat het even weten, dan kunnen we ruilen.

Blog archives

Elf tips om je afstuderen te overleven

Mijn afstuderen ging uiteraard niet zonder slag of stoot. Uiteindelijk heb ik wel een mooie DVD en scriptie geproduceerd, maar van een leien dakje ging het zeker niet. Vooral de eerste maanden waren moeilijk, want het leek allemaal maar niet van de grond te komen. Omdat ik na mijn afstuderen veel andere mensen heb zien ploeteren bij het afstuderen leek het me aardig om eens samen te vatten wat mij heeft geholpen om mijn afstuderen te overleven.

‘Afstuderen’ bedoel ik in de breedste zin: mijn eindproduct bij het afstuderen was niet alleen een scriptie, maar vooral een creatief object, dus deze regels kan je net zo goed toepassen voor een onderzoek, of een maquette. De grondbeginselen blijven hetzelfde: hoe weet ik wat ik moet doen, en hoe doe ik dat zo goed en efficiënt mogelijk? Elf tips om je daar bij te helpen.

  1. Een goed begin is het halve werk.
    Het lijkt een open deur, maar een goed begin is écht het halve werk. Als je eenmaal weet wat je wil lukt de rest meestal wel. Afstuderen is één procent inspiratie en negenennegentig procent transpiratie. Een paar weken ‘zweven’ als je net begint is normaal, maar als je na vier maanden nog steeds geen idee hebt wat je de komende maanden gaat doen heb je een probleem. Probeer snel tot de kern van de zaak te komen: wat wil je gaan schrijven of maken?
  2. Vertel aan zoveel mogelijk mensen wat je (vage) ideeën zijn.
    Veel mensen zijn huiverig om hun eerste ideeën nog niet te delen met de rest van de wereld als ze nog niet ‘af’ zijn. Dat is logisch, maar juíst die vage ideeën vertellen aan andere mensen kan inspirerend werken. Als je namelijk vaak je eigen verhaal vertelt aan andere mensen merk je dat je steeds beter je idee leert te communiceren. Je zal merken dat je non-relevante zaken weg laat in je betoog, en dat je de dingen die écht belangrijk zijn er juist meer uit gaat lichten. Zeker als je toehoorder niet alleen je scriptiebegeleider is of een mede-student kun je soms verrassende vragen krijgen die je anders laten kijken naar je onderwerp. Misschien dat je kapper of je tennisleraar wel een bepaalde invalshoek bied die je kan gebruiken om verder te komen.
  3. Vraag hulp
    Mensen die jou hebben begeleid, zoals leraren, weten vaak meer van je dan je denkt. Zeker als een leraar je al een paar jaar kent weet hij of zij vaak goed genoeg waar je op vast loopt en kan hij of zij misschien wel een bron leveren die je nog niet had aangeboord. Maak een afspraak met een oud-leraar en vraag of hij of zij je verhaal wil aanhoren, de meeste mensen zullen alleen maar blij zijn om iemand die ze kennen te helpen.
  4. Maak een planning, en hou je er aan.
    Het is heel verleidelijk, nu dat je heel veel tijd ‘over’ hebt, eindelijk eens die fiets te gaan opknappen, of dat plafond te witten, of naar dat museum te gaan waar je nog nooit geweest bent. Maar je moet je wel beseffen dat alle tijd die je nu ‘vrij’ hebt eigenlijk moet gebruiken om aan je afstuderen bezig te zijn. Het is natuurlijk geweldig om later te kunnen vertellen dat je vier maanden niks gedaan hebt en de laatste maand elke nacht heb doorgehaald om af te studeren, maar op dat moment zelf zul je niet zo blij zijn. Plan je tijd in, en hou je ook aan die tijden, je zult merken dat tussen 9 en 5 werken eigenlijk best productief is.
  5. ….maar maak er geen obsessie van
    In plaats van niks te doen zou je ook juist de andere kant op kunnen gaan: dag en nacht, op elk moment van de dag ben je obsessief bezig met de juiste woorden te bedenken, de beste dingen te bedenken, en alles perfect te maken. Maar zo obsessief bezig zijn met je afstuderen is vaak weinig inspirerend, en je zult snel tegen een hoop blokkades aan lopen. Als je klaar bent met je planning, neem dan ook gewoon tijd vrij en ga je fiets repareren of dat museum bezoeken. Bovendien kan inspiratie uit onverwachte hoek komen: misschien krijg je tijdens het witten van dat plafond wel opeens die geniale ingeving die je op het juiste pad zet.
  6. Verdeel grote taken in kleine stapjes
    Het staat natuurlijk prachtig op die planning die je net hebt gemaakt: ‘hoofdstuk 1 scriptie schrijven’, en ‘onderzoeksvoorstel samenstellen’. Maar hoe ga je daarin te werk? Niemand begint vanuit het niets een scriptie te schrijven: je moet eerst boeken lenen, hoofdstukken doorlezen, samenvattingen maken, langsgaan bij vakexperts, etcetera. Het werkt een stuk beter als je al die grote taken eerst verdeelt in kleine stapjes door bij alles telkens te denken wat de volgende fysieke actie is die je moet ondernemen. Schrijf dus op: ‘naar bieb om boek x over z te lenen’ in plaats van ‘onderwerp z onderzoeken’.
  7. Werk samen
    Afstuderen kan eenzaam zijn, maar dat hoeft niet. Je bent niet de enige die afstudeert. Als je een plek hebt waar je heen kan, zoals een bibliotheek of een werkruimte, maak daar dan ook gebruik van. Op die manier kun je jouw frustraties kwijt bij andere mensen (en zij bij jou!). Organiseer bijvoorbeeld eens per week een koffieuurtje, zodat je van iedereen kan horen waar hij of zij mee bezig is. Dat kan ook heel inspirerend werken.
  8. Besteed niet te veel aandacht aan bijzaken
    Het is heel verleidelijk om je vooral niet te gaan richten op waar je afstuderen over gaat, en je bijvoorbeeld helemaal te storten op het goed inrichten van je werkplek, het maken van een prachtige planning (met allemaal kleurcodes voor verschillende taken) en het opvragen van literatuur waarvan je weet dat je het nooit gaat lezen. Je er toe zetten om na te denken over je project is moeilijk, maar als je dat nooit doet zul je ook nooit een bevredigende onderzoeksvraag kunnen stellen, en nooit tot de kern van de zaak komen.
  9. Als je een scriptie schrijft: print ‘m uit
    Tegenwoordig zal niemand meer een scriptie typen, of met pen schrijven. Maar lezen van een computerscherm is nog steeds minder prettig dan van papier, en daarom zie je ook minder fouten in de tekst. Print je scriptie daarom uit als je grote stukken hebt geschreven en corrigeer met pen. Het zal je verbazen hoeveel je over het hoofd hebt gezien.
  10. Laat je werk proeflezen
    Één of meerdere ‘proeflezers’ kunnen het verschil maken tussen een goed afstudeerwerk en een uitmuntend afstudeerwerk. Kijk of je mensen kan vinden die goed zijn in bepaalde aspecten van het ding wat je maakt. Zoek bijvoorbeeld iemand die goed is in spelling en grammatica als je een scriptie schrijft, of iemand die wat af weet van muziek als je een muziekstuk moet componeren. Vraag je proeflezer(es) zo eerlijk mogelijk te zijn, en vraag vooral door over de zwakke punten van je werk.
  11. Geniet!
    Complete vrijheid hebben in het maken van iets is heel beangstigend, maar uiteindelijk een heerlijke ervaring. Het is bovendien een positie die je maar weinig zal tegenkomen in je loopbaan. Een afstudeerwerk is geen levensdoel, maar wel een geweldige ervaring die je (hopelijk) nog lang zal bijblijven. Wellicht hebben deze tips je daar wat bij geholpen.

Heb je zelf nog tips? Voeg een reactie toe.

Blog archives

Thom de Graaf nieuwe burgemeester van Nijmegen

thomdegraaf.jpg

Thom de Graaf wordt hoogstwaarschijnlijk de nieuwe burgemeester van Nijmegen. Naar goed D66-gebruik zei De Graaf anderhalf jaar geleden nog dat hij niet meer terug in de politiek wilde, maar blijkbaar zijn het de genen die hem naar de waalstad roepen, want zijn vader was ook al eens burgemeester van Nijmegen, van 1968 tot 1977. Zijn vader was overigens geen lid van D66, maar van de KVP.

Nog wat meer nutteloze feitjes over de toekomstige burgervader van Havana aan de Waal: in deze tijden waar zelfs de SGP een eigen weblog heeft, is het opvallend dat De Graaf helemaal niks heeft met het internet. Zijn domeinnaam verwijst nog steeds door naar zijn site bij Binnenlandse Zaken, waar alleen staat dat hij is afgetreden. Zijn biografie bij Parlement.com leert ons dat hij op dit moment drie dagen per week werkt als adviseur bij PricewaterhouseCoopers, er voor wil zorgen dat kinderen niet doof worden en dat hij oud-lid is van Carolus Magnus, de enige vereniging in Nijmegen waar mannen nog jasjes en dasjes dragen.

Blog archives

Ernst Haeckel’s Kunstformen der Natur

haecekl.jpg

Misschien heeft u nog nooit van Ernst Haeckel gehoord, maar zijn werk kent u waarschijnlijk wel. Haeckel was een Duits bioloog en filosoof die ondermeer Charles Darwin in Duitsland introduceerde, nu bekende begrippen als ‘ecologie’ bedacht en veel wetenschappelijke en minder wetenschappelijke theorieën ontwikkelde.

Daarnaast was hij ook nog illustrator. En wat voor een! Voor zijn Kunstformen der Natur (1904) maakte hij honderd prachtige prenten van allerlei dieren, van kleine pantoffeldiertjes tot herten en vogels, zoals boven te zien is. En die honderd prenten zijn allemaal in hoge kwaliteit te downloaden vanaf Wikimedia Commons, zodat u ze kunt gebruiken voor van alles en nog wat. Zoals bijvoorbeeld als bureaubladachtergrond voor op uw laptop (1280×800 resolutie).

Blog archives

Een deconstructivistische kijk op Engelse droppudding

pudding0.jpg

Mona, de maker van vele lekkere toetjes en andere zuivelproducten, heeft deze maand een bijzondere ‘pudding van de maand’, namelijk Engelse droppudding. Inderdaad: de bekende snoepjes (die in het Engels trouwens Liquorice allsorts heten) omgezet in een puddingvorm. U snapt dat ik bijzonder benieuwd was naar hoe men bij Mona drop in zuivel had omgezet en ik toog daarom naar mijn lokale supermarkt om het resultaat te kopen en thuis te bewonderen.
pudding1.jpg

Het toetje heeft wel wat weg van een Engels dropje door de combinatie geel en roze met de zwarte dropsaus. Die dropsaus is enigzins intimiderend: het lijkt wel alsof er een pot inkt over een vanille-aardbeien pudding is gevallen. Helaas smaakt de pudding ook een beetje naar vanille-aardbeien met inkt. Nadat je een half bakje op hebt heb je daarom ook eigenlijk wel genoeg. Dat levert een intrigerend slagveld op in het bakje (zeker op een foto met flits):

pudding2.jpg

Als we echter wat dichterbij het bakje komen, en zonder flits fotograferen blijkt dat er hele werelden schuil gaan achter het toetje. Het lijkt alsof we zijn beland op een exotische wereld met allerlei bizarre rotsformaties in geel en oranje:

pudding3.jpg

Je kunt je bijna voorstellen dat je een excursie boekt naar de vreemde wereld van de Engelse droppudding en dat je zelf ervaart hoe het is om op zo’n rots te liggen:

pudding4.jpg

Foto: D’Arcy Norman.

Blog archives

De laatste trein naar Naarden-Bussum

stationbord.jpg
Foto: Bicyclemark. Licentie: BY-NC-SA.

Woensdag, net even na middernacht, liep ik over het centraal station van Utrecht nadat ik terugkwam van een dichtersfestival. Mijn oog viel op het vrijwel lege bord in de hal met vertrektijden: trein naar Amsterdam, 01.14 uur, trein naar Rotterdam 02.21 uur, de trein naar Naarden-Bussum, om 01.16 uur. Naarden-Bussum? Een trein om 1 uur ‘s nachts?

Goed, wellicht dat je om 1 uur richting ‘t Gooi wil, maar toen ik de borden even bekeek met de vertrektijden viel me op dat die trein alleen op Woensdag gaat. Alle andere dagen gaat de laatste trein om 00.54. Waarom gaat die trein speciaal op Woensdag twintig minuten later? Is er dan iets te doen op die treinlijn?

Blog archives

Onderzoek naar weblogs voltooid

Het onderzoek naar weblogs waar ik al eens eerder over schreef is af. De master-thesis van Arjan Dasselaar (PDF) gaat voornamelijk in op de vraag in hoeverre webloggers hun weblog als ‘journalistiek’ beschouwen.

Heel kort door de bocht: dat vinden ze meestal niet. Maximaal 17,5% van de schrijvers vind dat ze journalistiek bedrijft. Meestal zijn dat hoogopgeleide, vaak wat oudere mannen, die ook veel meer gebruik maken van de technische mogelijkheden die het internet te bieden heeft, zoals audio en video. Die andere 72,5% is trouwens ook van hogere leeftijd dan je wellicht zou verwachten: rond de 35.

Die 17,5% is ook opvallend in vergelijking met andere landen. Zelfs Amerikanen zeggen veel vaker dat hun weblogactiviteiten ‘journalistiek’ zijn. De schrijver heeft geen cultureel vergelijkingsonderzoek gedaan, maar suggereert dat de verschillen wellicht zitten in het verschil van mentaliteit: Amerikanen vinden het vaak belangrijker om dingen aan de kaak te stellen, terwijl Hollanders het (ondanks mijn eigen pogingen gedeeltelijk uit de mode geraakte) poldermodel aanhangen. Nog een andere suggestie uit het onderzoek is dat weblogs in essentie veel meer worden gebruikt om verhalen te vertellen dan om journalistiek te bedrijven.