Blog archives

Wat 1800 overheidswebsites zeggen over digitale inclusie

đŸ“·ïž fitopjouwmanier.nl

Afgelopen week had Arjen Lubach het in zijn Avondshow over overheidswebsites. Daar blijken er nogal wat van te zijn: bijna 1800. Veel van die sites dupliceren elkaar. Als je bijvoorbeeld iets wilt opzoeken over coronavaccinaties zijn er wel tien sites die je kan raadplegen. En ze verwijzen ook nog allemaal naar elkaar. En dat gaat alleen nog maar over corona. Er zijn ook talloze sites over het verduurzamen van je huis, beter omgaan met geld of gezonder eten. Met ‘handige’ tips als ‘doe eens meer groente in je bami’. Bedankt, vadertje overheid!

Ik kan u zeker aanraden om eens door die lijst heen te gaan. Ik heb ‘m voor uw gemak hier online gezet met alleen de belangrijkste kolommen. De helft van de sites heeft ook de bezoekcijfers per maand. Zo kunt u lezen dat de Energiesubsidiewijzer slechts 13 bezoekers per maand heeft en de Staatscommissie tegen discriminatie en racisme slechts 21.

De hoeveelheid sites was niet wat me het meest opviel toen ik wat willekeurige sites uit die lijst bekeek. De Rijksoverheid is nou eenmaal een enorm orgaan met talloze afdelingen en campagnes. Het was vooral de zinloosheid van al die sites. Er zijn veel goed geproduceerde fimpjes, die niemand kijkt. Mooi geschoten foto’s die niemand ziet. En een kennis vertelde me dat al die sites een dure toegankelijkheidsaudit moeten ondergaan. Ik betwijfel dat iemand het merkt.

De toon van de teksten viel me ook op. Óf het lijkt geschreven te zijn voor een kind van vijf (zoals die bami-met-groenten-tip), óf de teksten lijken geschreven te zijn voor mensen die minstens hoogleraar in de rechten zijn. Om een voorbeeld te geven: de homepage van de Adviescommissie Gegevensverstrekking Weigerende Observandi (2 bezoekers per dag) legt zo uit wat ze doen:

De AGWO adviseert de officier van justitie over de bruikbaarheid van de verkregen behandelgegevens, bezien vanuit de strafzaak. De officier van justitie kan vervolgens een vordering indienen bij de penitentiaire kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Op de hele site is alleen in een PDF die op een subpagina staat te lezen wat een ‘observandi’ is (een verdachte die een onderzoek naar een psychische stoornis weigert).

De ironie is dat veel van die sites het doel hebben om de overheidscommunicatie te verbeteren, zodat mensen niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Op die sites vind je dan ‘aftermovies’ van ‘inspiratiedagen’ met vrolijke ambtenaren die met elkaar ‘gedurfde gesprekken aangaan’.

Privilege

Ik betwijfel dat het veel zin heeft om de zoveelste site op te tuigen met tips hoe je van je schulden af kunt komen of gezonder kunt eten. Dat komt ook door twee interviews die ik de afgelopen twee weken luisterde.

Presentator en comedian Edson da Graça (die ondermeer het fantastische jeugdprogramma Gewoon bloot presenteerde) was te gast bij de podcast van Pepijn Schoneveld. Hij zat ooit diep in de schulden. Hij kwam eruit doordat een collega het doorhad en hem hielp. Gewoon door met hem door z’n administratie te gaan, instanties te bellen en uitstel van betaling aan te vragen. Waarom was hij ooit in die schulden gekomen en er niet zelf uitgekomen? Natuurlijk, omdat zijn omgeving hem daar nooit op had gewezen. Als je niet weet dat er regelingen zijn, dat je brieven kunt sturen naar instanties en gemeentes dan doe je dat niet. Zeker niet als je jezelf enorm schaamt voor het feit dat er stapels met incassobrieven liggen.

Dat je je niet kunt voorstellen dat iemand zoiets niet weet heeft te maken met privilege. Een onderwerp dat uitgebreid ter sprake in het marathoninterview met publicist Joris Luyendijk, die vorig jaar het boek De zeven vinkjes publiceerde. Een van zijn belangrijkste punten is dat privilege niet alleen maar gaat over huidskleur, of gender of seksuele voorkeur. Het gaat óók over sociale klasse. Een geadopteerd Koreaans meisje dat opgroeit in een gezin met twee witte universitair geschoolde ouders in Amsterdam-Zuid heeft meer kansen dan een witte heteroseksuele Poolse bouwvakker met alleen basisschool die gebrekkig Nederlands spreekt. Dat meisje zal de weg wel kunnen vinden dankzij haar ouders, voor die bouwvakker zijn de kansen een stuk kleiner.

De menselijke maat

Even terug naar die overheidswebsites. Bij zowel het interview met Da Graça als dat van Luyendijk ging het over hoe we kunnen zorgen voor meer inclusie. Of hoe een drama zoals het toeslagenschandaal voorkomen had kunnen worden. Ik denk dat ik weet wat in ieder geval níet werkt: de zoveelste website met open deuren optuigen.

Een veel betere oplossing is die waar Da Graça het over had: een mens van vlees en bloed die naast je zit en met je door je administratie gaat. Dat heb ik zelf ook zo ervaren, toen ik als vrijwilliger mensen hielp in het lokale buurthuis. Bij het aanschrijven van de gemeente om bijzondere bijstand te krijgen, of om een DigiD aan te vragen. Die mensen waren echt niet achterlijk, ze hadden gewoon gĂ©Ă©n idee hoe ze met een computer moeten omgaan en de ‘taal’ van de overheid spreken.

Maar ja, zo’n oplossing is als je er met een neoliberale bril naar kijkt veel te duur. Ook een reden waarom bijvoorbeeld banken hun klanten vertellen dat ze moeten internetbankieren, en de afgelopen tien jaar driekwart van hun filialen sloten.

Maar het is een illusie dat iedereen digitaal kan meekomen. Één op de zes volwassen Nederlanders heeft hulp nodig heeft bij digitaal bankieren. De helft van de laagopgeleide 55-plussers heeft volgens een onderzoek van het Rathenau Instituut niet genoeg basisvaardigheden om mee te komen in de digitale wereld. Maar 30% van alle Nederlanders is Ă©n digivaardig, heeft geen hulp nodig Ă©n is alert op de veiligheid (bron). En wat voor groep is dat? Inderdaad, voornamelijk jonge, hoog opgeleide mensen. Mensen met vinkjes.

Weer de zoveelste website optuigen met tips lijkt me dus vooral iets voor de bĂŒhne. Om de minister te laten zien dat er heus wel iets gebeurt. En een goede reden om een congres te organiseren met ‘gedurfde gesprekken’ en een gebakje te eten omdat de 1801-ste overheidswebsite is opgetuigd.

Dit artikel verscheen eerder in editie #176 van De Circulaire.

Add a comment