In De Circulaire, mijn tweewekelijkse nieuwsbrief, publiceerde ik een paar maanden geleden een lijstje met mijn favoriete 100 muziekalbums van de afgelopen twintig jaar. In het begeleidende verhaal schreef ik wat me was opgevallen bij dat herluisteren:
Dat (en nu ga ik denk ik vrij hard tegen bepaalde schenen aantrappen) het toch vrij vaak gaat om individuele nummers en minder om het hele album. (…) Streaming heeft niet alleen de manier waarop we muziek luisteren veranderd. Het heeft ook veranderd hoe we naar muziek luisteren. (…) Streaming heeft het idee van een album als meer dan de som der nummers aan gruzelementen geslagen.
Pas na de Tweede Wereldoorlog was de techniek ver genoeg ontwikkeld om meer dan een paar minuten geluid per kant op een plaat te persen. Schellak werd PVC (vinyl). En het aantal toeren kon naar beneden, naar 33 of 45. En zo paste er opeens rond de 22 minuten per kant op een plaat. Het resultaat was de langspeelplaat (lp). Daarnaast ontstond ook de extended play (ep), die ergens tussen een single en een lp in zit qua lengte. Oorspronkelijk werden de nieuwe lp’s vooral gemarket aan liefhebbers van klassieke muziek en musicals.
Niet alleen artistiek waren albums een succes. Ook economisch. Historische cijfers in Nederland kon ik helaas niet vinden, maar de RIAA in de VS heeft ze wel. Daaruit blijkt dat in 1973, het eerste jaar waar data voor is, er (gecorrigeerd voor inflatie) voor zoân 13 miljard dollar aan fysieke dragers werd verkocht. Daarvan komt 62% voor rekening van lp’s en epâs, de rest waren singles en 8-tracks. In de loop van de jaren tachtig werd de lp vervangen door de cd en het cassettebandje. Andere dragers, zelfde concept: een medium waarop meerdere stukken muziek passen. Bij de cd zelfs tot een maximale lengte van een minuut of 80. Op het hoogtepunt in 1999 werd er in de VS voor meer dan 25 miljard dollar verkocht aan fysieke dragers.
Losse liedjes dus. En ook al kĂłn je hele albums downloaden, ik vermoed dat de meeste consumenten de losse hits kochten. Net zoals de meeste mensen losse MP3âs gingen downloaden omdat de trage inbelverbindingen de snelheid beperkten. Er waren muziekfans (zoals ondergetekende) die veel tijd besteedden aan het goed organiseren van die MP3âs en hele albums bij elkaar puzzelden. Maar ik denk dat de meerderheid van de luisteraars gewoon alles bij elkaar gooide en op âshuffleâ drukte.
In 2022 werd er totaal voor bijna 16 miljard dollar aan muziek verkocht in de VS. De overgrote meerderheid daarvan was streaming (bijvoorbeeld Spotify) en andere digitale diensten. Cijfers van de Nederlandse brancheorganisatie NVPI Audio laten vanaf 2013 vergelijkbare cijfers zien.
Van cassettebandje tot playlist
Het lijkt alsof het verhaal simpel is. Fysieke dragers werden MP3âs en streaming. Mensen downloaden of streamen liedjes. En het album als artist statement is dood.
Maar zo simpel is het natuurlijk niet. Vooral omdat er in de decennia voor de introductie van de MP3 ook al een neiging was om het album als geheel los te trekken. Denk maar aan de voorlopers van de hedendaagse playlist: hitverzamelaars zoals Hitzone of Knuffelrock.
Er is dus, ook vĂČĂČr de MP3, een neiging geweest om de favoriete liedjes van meerdere albums te remixen in een eigen volgorde. Het roept de vraag op: hoe zouden de jaren zeventig eruit hebben gezien als er eind jaren zestig, rond Sgt. Pepper, een betaalbare en kwalitatief hoogwaardige methode was geweest om die albums eenvoudig te kopiĂ«ren en te remixen?
Aandacht als grondstof
En dan nog wat. Het internet en digitalisering bracht streaming en MP3âs, maar ook iets anders: een enorme hoeveelheid aan andere vormen van entertainment. Streamingdiensten als Netflix en YouTube. Videogames. Podcasts. Social media. Aandacht werd (nog meer) een verhandelbare grondstof. Mediabedrijven vechten om elke minuut aandacht.
Ook daar zie je weer goed de invloed van de techniek: Spotify keert pas royalties uit als een luisteraar minimaal 30 seconden heeft geluisterd naar een nummer. Maar een nummer op repeat zetten is natuurlijk ook goed voor de inkomsten. Het gevolg: hele korte nummers die geen brug meer hebben en gelijk met het refrein beginnen. De helft van alle Spotify-hits uit 2023 duurt 3 minuten. Zoals Poland van Lil Yachty: slechts 1 minuut en 23 seconden .
En niet alleen het concept van een album krijgt soms weer een opleving. Ook iets anders leefde weer op waarvan we al lang dachten dat het dood was: die goede oude grammofoonplaat. In 2020 passeerde zowel in Nederland als de VS de verkoop van vinyl die van cdâs. Het is uiteraard minder dan wat er wordt verdiend aan streaming, maar toch werd er in 2022 in Nederland voor âŹ37 miljoen aan vinyl omgezet, bijna 20% van de totale omzet. Grote ketens als Mediamarkt verkopen geen cdâs meer, maar juist wel weer lp’s. Ik zag ze laatst zelfs liggen in de afprijsbak bij de lokale Vomar.
Blijkbaar is er behoefte aan een product dat je van begin tot eind moet luisteren. Waar je niet even kan skippen naar de volgende track. Of een nummer kan toevoegen aan een playlist. Maar waar je echt even voor moet gaan zitten.
Terug naar de luisteraar
De vraag is dus maar net hoe je het liefst een werk tot je neemt. Misschien is het antwoord op de vraag: âis een album meer dan een verzameling singles?â wel: wie stelt de vraag? Voor de industrie zal het antwoord nee zijn: of het nou een album is of een playlist, zolang mensen er maar naar luisteren is het goed. Dat was zelfs het geval in die âgouden jarenâ van het album.
Maar voor de artiest zelf is het een ander verhaal. Een artiest als Robert Pollard (Guided by Voices) brengt meerdere albums per jaar uit op zijn eigen label. Want dat is zijn medium. Net zoals bij Joanna Newsom, Tool, Kendrick Lamar, Bill Callahan en Richard Thompson. Een album is een verslag van een bepaalde tijd van het leven van de artiest, en die liedjes horen bij elkaar. Voor hen is de samenstelling van een album geen commerciĂ«le overweging. Het is hĂșn keuze om deze selectie van nummers samen uit te brengen. Een artistieke keuze.
En voor de luisteraar kan een album wel degelijk een geheel vormen. Ik kan me nog goed herinneren dat Kid A van Radiohead uitkwam in het jaar 2000. Een paar weken voor dat album uitkwam zond 3FM het helemaal uit, en ik had het opgenomen van de radio. Wekenlang luisterde ik naar dat bandje op mijn walkman, reizend naar mijn afschuwelijke eerste studie hogere informatica. Toen het album uiteindelijk uitkwam bleek dat sommige cdâs ook nog een geheim boekje hadden met gekke tekeningen (en geen geklets van de DJ over de nummers). Het was niet alleen maar een verzameling liedjes, het was, om het maar een beetje pathetisch te omschrijven, de soundtrack van een periode van mijn leven.
De betekenis van een album is dus ook maar net wat je er zelf van maakt.
De vraag is natuurlijk hoe het album zich zal ontwikkelen in een tijd waarin mensen niet meer opgroeien met het album als âgegevenâ. Voor een Robert Pollard of een Joanna Newsom mag het album dan âhunâ medium zijn, die artiesten zijn opgegroeid in een tijd waarin het album nog gemeengoed was. De âgeĂ«igende eenheidâ van een artiest is voor een jongere generatie misschien eerder een collectie TikTok-filmpjes, met korte stukjes muziek van niet meer dan een minuut.
De twintigste editie! De vorige negentien vatte ik eerder samen als mijn beste honderd albums van de afgelopen twintig jaar. Aangezien ik van mening ben dat je minimaal een jaar moet wachten voordat je een objectief beeld kunt vormen van een album nam ik de albums die dit jaar verschenen niet mee. Maar die krijgt u dus nu. De eerste tien zijn voorzien met een link naar Spotify en een korte beschrijving.
Het lijstje van 2023
Joanna Sternberg – I’ve Got Me. Ontwapenende eerlijke singer-songwritermuziek. Kernachtiger en simpeler dan dit wordt het niet. Denk Joni Mitchell of Will Oldham. Hun stem is niet voor iedereen, maar wie daar doorheen bijt wordt beloond.
Sufjan Stevens – Javelin. De laatste Sufjan is een mengelmoes van zoân beetje alles wat hij eerder heeft gedaan. Dus zowel het orkestrale van Illinois, de breekbare gitaarliedjes van Carrie & Lowell en de elektronische experimenten van The Age of Adz. Daarom misschien wel de ideale instapplaat als je nog nooit iets van hem hebt gehoord.
Ava Max – Diamonds & Dancefloors. Eindeloos vergeleken met andere popgodinnen als Lady Gaga en Dua Lipa, maar toch wel uit ander hout gesneden. Wat mij betreft by far de beste schaamteloze poppy plaat van 2023.
Kelela – Raven. Fijne, rustige, dansbare beats met een rauw randje. Denk FKA Twigs of Empress Of.
Yo La Tengo – This Stupid World. Indieveteranen (ze bestaan al sinds 1984!) die na bijna veertig jaar opeens verrassen met een geweldig nieuw album.
Caroline Polachek – Desire, I Want To Turn Into You. Bij veel andere media op nummer 1 dit jaar. De voormalige zangeres van Chairlift heeft haar eigen stem gevonden. En die ligt ergens tussen new age, triphop, flamenco en doedelzakken.
Fever Ray – Radical Romantics. Voormalig lid van The Knife, met hun derde soloalbum. De plaat heeft een ietwat griezelige sound met verhoogde stemmetjes, gekke beats en snerpende synths.
Hydrogen Sea – Creature Comforts. Dit Vlaamse duo (op het podium is het een kwartet) blijft prachtige dromerige synthplaten maken die misdadig onderschat worden. Net zoals hun concerten trouwens, want ze horen gewoon in de grote, en niet de kleine, zaal van Paradiso te staan.
Ladytron – Time’s Arrow. Bestaan ook al bijna 25 jaar. Dat ze binnen hun jaren-tachtig sound nog steeds kunnen vernieuwen is knap.
Slowdive – everything is alive
Julie Byrne – The Greater Wings
Sofia Kourtesis – Madres
Amaarae – Fountain Baby
Sun’s Signature – Sun’s Signature
Blonde Redhead – Sit Down for Dinner
Grian Chatten – Chaos For The Fly
Art School Girlfriend – Soft Landing
ANOHNI – My Back Was a Bridge For You To Cross
Paramore – This Is Why
De beste nummers van 2023
Het is een beetje saai, maar ook hier staat Joanna Sternberg keihard bovenaan met hun Mountains High. Andere gegadigden: Shit Talk van Sufjan Stevens, Dancingâs Done van Ava Max, Weightless van Arlo Parks. En ja, uiteraard ook Cha Cha Cha van de Finse KÀÀrijĂ€.
In 2022 mochten we eindelijk weer naar optredens, en dat heb ik in 2023 doorgezet. 19 stuks zag ik er (hier de hele lijst). Hydrogen Sea in Paradiso was geweldig, evenals The Veils in de Melkweg, en ook het 34-jaar oude The Notwist verraste met een uitstekende liveshow in de kleine zaal van het Nijmeegse Doornroosje.
Maar de absolute topper was toch echt Thurston Moore in het Amsterdamse OCCII. De locatie was al lekker ouderwets, alsof je opeens veertig jaar terug in de tijd bent. De garderobe is een kapstok. Het bier komt in pijpjes en kost âŹ2. En ik stond helemaal vooraan en Thurston speelde gewoon zonder enig probleem een kwartier lang alleen maar gitaarfeedback. Dat Debbie Googe (de bassiste van My Bloody Valentine) in zijn band zat was nog een extra kadootje.
Ik was toen twintig jaar oud, woonde net een paar maanden op kamers en schreef voor de inmiddels ter ziele gegane muzieksite tinymixtapes.com. En voor die site moest ik, zoals alle recensenten, een lijstje indienen met wat volgens mij de beste muziekalbums van dat jaar waren.
Ik had toen uiteraard geen idee dat ik twintig jaar lang ieder jaar mijn Lijstje zou maken. Want ja, onze kroonprinses heeft de mooie leeftijd bereikt van twintig, en mijn Lijstje dus ook.
Ergens afgelopen zomer realiseerde ik me dat het deze winter zo ver zou zijn. En wat is er nou een betere manier om dat te vieren dan alle albums die ik de afgelopen twintig jaar in mijn Lijstjes heb opgenomen opnieuw te luisteren en een lijst-der-lijsten te maken?
De longlist van 400 werd een shortlist van 130. En toen begon het grote husselen en dubben. Is My Beautiful Dark Twisted Fantasy van Kanye West een beter album dan Silent Shout van The Knife? Kan ik het maken om drie platen van Sufjan Stevens op te nemen bij de bovenste 11? Is I Love You Honeybear van Father John Misty bij nader inzien toch behoorlijk overschat en vrij matig? Het antwoord op die vragen weet ik inmiddels (het is drie keer ja).
Wat viel me op na 400 albums te hebben teruggeluisterd? Dat (en nu ga ik denk ik vrij hard tegen bepaalde schenen aantrappen) het toch vrij vaak gaat om individuele nummers en minder om het hele album. In 2003 waren er nauwelijks goede (legale) manieren om veel nieuwe muziek te luisteren. Dat kwam pas in 2010, toen Spotify in Nederland werd geintroduceerd. Streaming heeft niet alleen de manier waarop we muziek luisteren veranderd. Het heeft ook veranderd hoe we naar muziek luisteren. Nummers kom je tegen in een playlist, zoals in je Discover Weekly. Streaming heeft het idee van een album als meer dan de som der nummers aan gruzelementen geslagen. Al was het maar omdat je bij elk nummer in Spotify naast de titel ook ziet hoe vaak het is geluisterd. Aantal streams als een essentieël onderdeel van een luisterervaring.
Het interessante is dat dit dus ook retroactief werkt: als ik nu naar oudere albums luister dan zie ik dat toch veel meer als een verzameling nummers. Eigenlijk heel erg hoe dat werkte in de jaren zestig, tot de Beatles daar met Sgt. Pepper een einde aan maakten. Het idee van het album als een geheel is dus echt iets tijdelijks geweest. Het is grappig dat muzieksite Pitchfork dat in 2003, datzelfde jaar dat ik mijn eerste Lijstje schreef, precies al voorspelde, in de recensie voor Radioheadâs OK Computer (even helemaal naar beneden scrollen). Iets waar ze in 2017 ook nog op terugblikten.
Dus waar beoordeel je dan een album op? Wat mij betreft is dat dus eigenlijk heel simpel: in hoeverre er genoeg goede nummers op staan. Ik merkte tijdens het luisteren dat het een goed criterium was als ik eigenlijk niet naar het volgende album doorwilde (zoals ik al meldde moest ik er 400 luisteren), maar wilde blijven luisteren. Ook een goed criterium: of ik me de nummers ĂŒberhaupt kan herinneren: een âoh jaâ is ook een bonuspunt. Of het memorabel is.
Dan is er ook nog zoiets als persoonlijke smaak. Je zou een goed argument kunnen maken dat je het beste zoân lijst kan zien als de platen waar je zelf het meeste mee hebt. En dat het sowieso zinloos is om er een volgorde in aan te brengen.
Daar ben ik echter te neurotisch voor. Een lijstje dient voor mij te beginnen bij 1, met op die plek de beste, op 2 de enabeste, etcetera.
Huerco S. – For Those Of You Who Have Never (And Also Those Who Have) (2016)
Daft Punk – Random Access Memories (2013)
Das Pop – The Human Thing (2003)
Radiohead – A Moon Shaped Pool (2016)
Big Thief – U.F.O.F (2019)
Alvvays – Blue Rev (2022)
Hydrogen Sea – Automata (2019)
dEUS – Pocket Revolution (2005)
Low – HEY WHAT (2021)
Blonde Redhead – 23 (2007)
Eefje de Visser – Bitterzoet (2020)
Alex G – God Save the Animals (2022)
Run the Jewels – Run the Jewels 3 (2017)
Spoon – They Want My Soul (2014)
Julia Jacklin – Donât Let the Kids Win (2016)
Bon Iver – Bon Iver (2011)
Oneohtrix Point Never – Returnal (2010)
Antony & The Johnsons – The crying light (2009)
Future Islands – Singles (2014)
Courtney Barnett – Tell Me How You Really Feel (2018)
Cut Copy – In Ghost Colours (2008)
Björk – Utopia (2017)
Arooj Aftab – Vulture Prince (2021)
The Whitest Boy Alive – Rules (2009)
Gorki – Voor Rijpere Jeugd (2008)
Natalie Prass – Natalie Prass (2015)
CHVRCHES – The Bones of What You Believe (2013)
Amy Winehouse – Back To Black (2006)
Caribou – Our Love (2014)
Julia Jacklin – Crushing (2019)
Deerhunter – Halcyon Digest (2010)
Bauer – Baueresque (2004)
Spoon – Hot Thoughts (2017)
Big Thief – Two Hands (2019)
The Walkman – Lisbon (2010)
Joanna Newsom – Divers (2015)
Deserta – Black Aura My Sun (2020)
Thom Yorke – ANIMA (2019)
The Field – Cupidâs Head (2013)
araabMUZIK – Electronic Dream (2011)
Weyes Blood – Titanic Rising (2019)
Phoebe Bridgers – Punisher (2020)
Grizzly Bear – Shields (2012)
In deze lijst kwamen bewust geen albums voor van dĂŹt jaar (is het dan eigenlijk wel een lijst van de afgelopen twintig jaar?). Gelukkig hoeft u niet lang te wachten om te weten wat de beste albums van dit jaar waren, want over twee weken, op eerste Kerstdag krijgt u mijn twintigste Lijstje met de beste albums van 2023.
Ik las de afgelopen tijd het boek Four Thousand Weeks van Oliver Burkeman. De ondertitel is Time management for mortals. Eigenlijk is dat een wat misleidende titel. Ik dacht dat dit een boek zou zijn over hoe je efficiënt je tijd kan indelen, en dingen voor elkaar kan krijgen. Een soort van Gettings Things Done (David Allen, 2002) of Building a Second Brain (Tiago Forte, 2022).
Burkeman noemt dit de paradox van de beperking: hoe meer je tijd onder controle probeert te krijgen, hoe stressvoller en frustrerend je leven wordt. Die paradox is nog veel evidenter geworden door het internettijdperk. Dankzij de moderne techniek kunnen we onze tijd een stuk efficiënter gebruiken, maar alle tijd die daardoor vrijkomt wordt gevuld met eindeloos veel nieuwe keuzes. Denk maar aan e-mail: je kunt veel meer berichten lezen en beantwoorden dan voorheen, maar je krijgt ook veel meer berichten dankzij datzelfde medium.
Er zijn eindeloos veel keuzes bijgekomen, maar de tijd die we hebben is nog steeds beperkt. Daar komen die 4000 weken vandaan (het totaal aantal weken dat een gemiddeld mensenleven kent). De filosoof Heidegger betoogde dat we die beperkte tijd niet eens hebben, we zijn die tijd. Dat is namelijk dat wat ons mens maakt: al die kleine keuzes die we maken waardoor een eindeloze stroom aan mogelijke levens niet gebeurt.
En dat kan dan ook verlammend werken. Want in die zee van keuzes die we kunnen maken is het verleidelijk om âalle opties open te houdenâ. De relatie die je mogelijk kan hebben, het meesterwerk dat je mogelijk kan creĂ«ren, de ideale baan die je kan hebben; wat je in je hoofd voorstelt is eindeloos veel beter dan die onhandige, faalbare en gelimiteerde werkelijkheid.
Volgens Burkeman zit juist daarom de betekenis van het leven in het maken van keuzes, ook als je er niet zeker van bent. Dat noemt hij ook wel the joy of missing out (in plaats van the fear of missing out). Als je nooit zou hoeven te kiezen wat je moet missen in je leven dan betekenen je keuzes ook niks. âAlle opties open houdenâ is een manier om te veinzen dat je controle hebt in plaats van dat je jezelf committeert aan dingen die pijn, ellende en onzekerheid kunnen veroorzaken.
Daar zit dan ook gelijk een andere gekke paradox in die ik zelf vaak ben tegengekomen. Namelijk dat je dingen die belangrijk zijn uitstelt. Of waar je geen zin in hebt. Wat ogenschijnlijk heel gek klinkt. De dingen die je belangrijk vindt zou je toch juist leuk moeten vinden? In plaats daarvan zoek je afleiding en zit je weer te scrollen door het nieuws of op een sociaal medium. Burkeman beargumenteert dat die afleidingen (zoals social media) niet de reden zijn van de afleiding, maar dat het de plekken zijn waarin we vluchten omdat we niet willen aanvaarden dat er limieten zijn, dat wat je gaat maken niet hetzelfde gaat zijn als wat er in je hoofd zit.
Zolang je jezelf voor de gek blijft houden dat de echte betekenis van je leven, en die mooie momenten allemaal in de toekomst liggen dan hoef je jezelf ook niet te confronteren met wat er echt gaat gebeuren: je leven werkt niet toe naar een zinvol moment van waarheid waarop je alles opeens zal begrijpen. Je leven werkt toe naar het onvermijdelijke moment van de dood.
Dat klinkt nogal donker. En wellicht dat je veronderstelt dat je dus continu bezig moet zijn met dat alles betekenis moet hebben in het leven, omdat het maar zo kort is en elke keuze definitief is. Burkeman betoogt dat de enige manier om daar mee om te gaan precies het omgekeerde is: het mens-zijn is een pijnlijke ziekte, maar het is alleen ondragelijk als je het idee hebt dat er een medicijn voor is. Uiteindelijk maakt het allemaal niks uit: we gaan allemaal dood, en over duizend jaar is alles wat je ooit hebt gedaan vergeten door iedereen. Maakt het dan uit dat je jezelf nu continu druk maakt over de vraag of je wel met betekenisvolle dingen bezig bent?
Niet alles hoeft betekenis te hebben. Ik ben blij dat het in Nederland (in tegenstelling tot de Verenigde Staten) normaal is dat mensen op vakantie gaan omdat ze dat leuk vinden, en dat niet hoeven te verantwoorden met zinnen als: “ik ga op vakantie zodat ik straks beter uitgerust mijn werk kan doen”. Vakantie kan toch ook gewoon leuk zijn en niet als doel hebben dat je jouw werk beter doet? En hetzelfde geldt voor hobbies. Als je het leuk vindt om te voetballen, te zingen of te acteren hoef je toch niet net zo goed als Messi, Adele of Ryan Gosling te worden? Hoe erg is het als je veertig jaar tennis speelt en er nooit echt goed in wordt? Het kan toch ook gewoon leuk zijn om een balletje te slaan en daarna een biertje te gaan drinken?
Jaren geleden was ik in Kaapstad. Ik liep over een lokale markt, waar een grote bak stond met koelkastmagneten. Op de magneten stonden in sierlijk schrift tenenkrommende gemeenplaatsen als âHome is where the heart isâ, âLive, laugh, loveâ en âBe a warrior, not a worrierâ. Een Amerikaanse toerist pakte een van de magneetjes op, inspecteerde âm en zei met veel overtuiging: âOh my god, thatâs so profoundâ.
Ik moest daar met mijn reisgezelschap hartelijk om lachen. Want die wijsheden zijn misschien wel waar, ze zijn ook zo ontzettend algemeen.
Begin dit jaar realiseerde ik me dat ik in juni veertig zou worden. âHet is maar een getalâ is ook zoân fraaie gemeenplaats, maar het doet me wel wat. Je kijkt terug: wat heb ik allemaal bereikt? Heb ik alles wel gedaan wat ik wil doen, nu dat ik âop de helftâ ben? Wat heb ik eigenlijk geleerd?
Begin dit jaar begon ik vast te leggen wat Ăk heb geleerd. Geen algemene theorie van alles. En zeker niet consistent, dat is het leven ook niet. Een persoonlijke lijst dus, of een soort handleiding voor mezelf.
Veertig dingen dus, die ik heb verdeeld in vier onderdelen: algemene tips van praktische aard, hoe je samen moet leven, hoe je creëert en tenslotte hoe je jezelf leert kennen.
Hopelijk heeft u er wat aan. Vermakelijker en interessanter dan âhome is where the heart isâ is het zeker.
Met hartelijke dank aan LotteB, LotteM, Jutta, Frans, Oliver, John, Trudi en alle anderen die versies van deze lijst hebben gelezen en van commentaar hebben voorzien.
1. Neem een leeg waterflesje en een klein tasje mee als je gaat vliegen. Het flesje vul je na de douane zodat je geen water hoeft te kopen. In het kleine tasje doe je de dingen die je nodig hebt in je stoel zodat je niet je hele tas hoeft te pakken als je iets nodig hebt.
2. Als je iets nodig hebt van mensen en ze een bericht stuurt dan reageren ze Ăłf binnen 24 uur Ăłf niet. Als je iets gedaan wilt krijgen moet je mensen na 48 uur er weer eens aan herinneren. Maar eigenlijk moet je gewoon bellen.
3. Wanneer je iets niet moet vergeten (bijvoorbeeld een brief), leg het dan neer op een plek waar je het tegen gaat komen, zoals bij je sleutelbos of op je fietszadel.
4. Je telefoon heeft twee kanten. Draai het scherm naar beneden en betreed de zone der rust.
5. Als je elke dag gefrustreerd zit te schrijven met een pen die het slecht doet gooi dan in godshemelsnaam die pen in de prullenbak en koop een goede. Ja, dit is een metafoor. Nee, het is niet romantisch om met een kutpen te schrijven.
6. Mijn vader zei altijd: leg dingen terug op dezelfde plek, dan raak je ze nooit kwijt. Dit klopt.
9. Als je denkt: “dit moet ik vastleggen” doe het dan nu. Als je denkt: “dat doe ik later wel” vergeet je het of ben je te laat.
10. Schaam je niet om (computer)dingen op te zoeken. Ik programmeer al 30 jaar en ik Google nog steeds elke dag twintig keer de meest basale dingen.
11. Niet iedereen kan samen. Als een relatie (professioneel of persoonlijk) moeilijk gaat kan het zijn dat het gewoon niet klikt. Het betekent niet dat de ander gek is of een slecht mens.
12. De dingen die jij raar aan jezelf vindt zijn voor anderen een reden je te zoenen.
13. Voel geen enkele loyaliteit bij mensen die jou slecht behandelen en behandel ze dus ook zo.
14. Zie de mensen die je liefhebt vaak, het kan zomaar de laatste keer zijn.
15. De wereld kent een chronisch gebrek aan luisteraars. Luisteren is niet je mond houden maar vragen stellen en antwoorden herformuleren zodat je snapt (en laat blijken) wat de ander bedoelt. En niet elke vraag die mensen stellen vraagt om een oplossing. Soms willen ze gewoon hun verhaal kwijt omdat ze zich kut voelen of eenzaam zijn.
16.Awkwardness (sociale ongemakkelijkheid) is alomtegenwoordig in het leven. Wen er maar aan.
17.If it is to be, itâs up to me. Je kan nog zo goed samenwerken, anderen gaan jouw problemen niet voor je oplossen. Als je iets echt graag wilt, doe het dan.
18. Als mensen onredelijk boos worden of raar gedrag vertonen ligt dat bijna altijd aan hen en niet aan jou. Heb desondanks compassie voor ze. Iedereen heeft wel eens een slechte dag.
19. Als je de hele tijd tegen anderen klaagt over je partner (of vice versa) dan moet je jezelf afvragen of die partner nog wel de juiste voor je is.
20. Niet alles hoeft een reden of verklaring te hebben. Dingen zijn vaak gewoon hoe ze zijn. Dat is alleen lastig te accepteren.
21. Spontaan succes bestaat niet. Alles hangt aan elkaar van geluk en (meestal) veel werk. En als je denkt: âhoe hebben ze dit gedaan, dat lijkt me heel veel werkâ is het antwoord meestal: heel veel werk.
22. Er zijn (bij voorkeur op tijd) en beginnen is de helft van het werk. Volhouden de andere.
23. Mensen âkijkenâ niet door slechte presentaties heen. Je idee / project / werk kan nog zo fantastisch zijn, als je het slecht communiceert gaan mensen er echt niet de waarde van inzien. Andersom is ook vaak waar: goed verpakte troep wordt snel geloofd.
24. Niet alles hoeft iets op te leveren. Je kan ook gewoon dingen doen omdat je het leuk vindt. Niet alles hoeft te worden geofferd op het altaar der efficiëntie en productiviteit.
25. Wie een berg wil beklimmen begint met een heuvel. Als je iets nieuws wilt maken begin dan klein, met een prototype, experimentje of testje.
26. Aannames zijn de oorzaak van alle misverstanden en ellende. Als je denkt dat je iemand snapt, vertel dan jouw interpretatie en check of het echt klopt.
27. Liefdeloos dingen doen is een zonde. Als iets liefdeloos is gedaan voel je dat. Of het nou de bediening van het restaurant is of de NPO Start-app.
28.Underpromise and overdeliver. Er zijn wel meer van dit soort wijsheden, maar deze klopt echt.
29. Deel je werk vroeg en met velen. Je kwetsbaar opstellen is een deugd. Hoe meer ogen, hoe beter je werk wordt.
30. Wees selectief in waar je echt werk van wilt maken, anders ben je overal boos op en bereik je nooit wat.
31. Mensen bagatelliseren hun gevoelens door ze te meten aan die van een ander. Maar gevoelens zijn geen wedstrijd. Iedereen is ongelukkig op zân eigen speciale manier.
32. Als je vastlegt wat je doet en hoe je jezelf voelt (in een dagboek, gedicht, muziek, welke vorm dan ook) ga je patronen zien. Dat geeft inzicht en laat zien dat het beter met je gaat dan je denkt.
33. Als je jezelf slecht voelt check dan of je wel genoeg slaapt, gezond eet, beweegt en andere mensen ziet. Ja, dit is geen revelatie. Ja, het is toch belangrijk.
34. Wijsheden als âLeer van jezelf te houdenâ of âLeer jezelf kennenâ moet je actief en fysiek in de praktijk brengen. Dus als je jezelf wil leren kennen ga je maar drie weken alleen op groepsvakantie naar Vietnam. Want als dingen alleen in je hoofd blijven gebeurt er niks.
35. Stoppen is makkelijker dan je denkt. Dat geldt ook voor een vaste baan. Je geeft niet op en laat niemand in de steek. Je bent gewoon sterk genoeg om afscheid te nemen.
36. Je buik heeft gelijk. (Het gevoel in die buik, niet je honger).
37. Het valt bijna altijd mee. Het ergste dat er kan gebeuren is dat het mislukt.
38. Ja, het komt van je ouders.
39. Je weet best wat goed voor je is, maar je doet het niet omdat je jezelf voor de gek houdt.
40. Hoe ouder je wordt hoe minder schroom en schaamte je hebt. Dit is (meestal) goed.
Heeft u zelf ook een ding dat u heeft geleerd? Of bent u het volstrekt oneens met een van deze uitspraken? Of heeft u een aanvulling? Laat het me weten en laat een comment achter beneden.
In het weekend van 19, 20 en 21 mei was ik aanwezig bij de Wikimedia Hackathon in Athene. Zoân 200 mensen die zich bezighouden met de Wikimedia-projecten (zoals Wikipedia) kwamen drie dagen bij elkaar om samen dingen te bouwen, te praten, discussiĂ«ren en bier te drinken. Het was de eerste keer sinds 2019 dat het evenement weer fysiek plaatsvond. Alleen al daarom een goede reden om weer eens te gaan. Zo ontmoette ik bijvoorbeeld Annie Rauwerda (van het social media-fenomeen Depths of Wikipedia), met wie ik eerder een presentatie maakte voor de Wikicon van 2021.
De hackathon vond plaats op Technopolis, een cultureel park op het voormalige terrein van een gasfabriek, vergelijkbaar met het Westergasterrein in Amsterdam. De locatie was prachtig, maar helaas waren er op vrijdag en zaterdag wel de hele dag soundchecks en optredens van respectievelijk een concert voor en van mensen met een beperking (âCool Cripsâ, ja echt) en een indiepopband. Dat werd gelukkig gecompenseerd door het geweldige Griekse eten. Wist u overigens dat de Grieken de meeste olijfolie consumeren ter wereld? Misschien dat het daarom zo lekker is.
Depictor
Wat doe je zoal op zoân hackathon? In 2018 was ik de laatste keer bij een Wikimedia Hackathon (die was toen in Barcelona). Ik merkte toen dat het weinig zin heeft om veel plannen te maken. Voor je het weet heb je een uur lang een interessant gesprek of ben je iets heel anders aan het uitzoeken dan dat je oorspronkelijk had bedacht.
Nu we het toch over Siebrand hebben, hij organiseerde de showcase van de hackathon. Iedereen mag dan presenteren wat ze afgelopen dagen hebben gebouwd. Een nieuw onderdeel van die showcase, dat ik half samen met Siebrand bedacht, was iets dat hij the intangible (âhet ontastbareâ) noemde: wat waren de dingen die mensen hadden meegemaakt die zich niet lieten vertalen in geschreven regels code of opgeloste bugs? Het zorgde voor een rijke stroom aan prachtige anekdotes, verhalen en complimenten. Er was bijvoorbeeld iemand die vertelde hoe dit zijn eerste Wikimedia-bijeenkomst ooit was en hoe fijn hij door iedereen was ontvangen. Ik kan iedereen aanraden die een dergelijke conferentie organiseert om ook een intangible presentatie te doen.
Naast het coden waren er ook lezingen, waaronder eentje die ik zelf hield. Ik vertelde vooral over wat ik allemaal heb geleerd in de afgelopen negen jaar als tool developer. U kunt hier de notities teruglezen (er zijn geen video-opnames gemaakt).
Na die lezing werd ik aangesproken door een studente kunstgeschiedenis van de Ionische Universiteit op Corfu. Of ik nog tips had hoe zij als Wikipedian in Residence in een museum aan de slag kon (ik was zelf in 2013 de eerste Nederlandse Wikipedian in Residence). Ik drukte haar op het hart om vooral te kijken of ze binnen kon komen via de afdeling registraties of datamanagement. Informatieprofessionals snappen Wikipedia vaak beter dan curatoren of de directie.
Kansen zijn er echter genoeg. Bijvoorbeeld het samenvatten van lange stukken tekst. Of dat een goed idee is bij Wikipedia-artikelen weet ik nog niet. Maar voor de ellenlange discussies kan het mogelijk heel interessant zijn. Discussies op de encyclopedie hebben regelmatig de lengte van een universiteitsscriptie, als een AI dat een beetje zou kunnen samenvatten zou dat wellicht mijn enthousiasme om meer deel te nemen aan die discussies kunnen bevorderen.
Het ongrijpbare resultaat
Wat levert drie dagen hacken nou op? Dat zijn niet de meetbare resultaten, zoals het aantal geschreven regels code of het aantal gefixte bugs. Het is het feit dat ik na zoân evenement thuiskom en zin heb om nieuwe dingen te gaan maken. Of terugdenk aan hoe tof het is om met een internationale groep van kennisnerds samen te werken. The intangible dus.
Mijn reis en verblijf werd bekostigd met een beurs van Wikimedia Nederland, waarvoor mijn hartelijke dank.
Een AI-technologie waar ik de afgelopen tijd mee speel is Whisper. Dat is een systeem om spraak om te zetten naar tekst, net zoals ChatGPT gebouwd door OpenAI. Het model is getrained op 680.000 uur aan audio, waarvan een derde geen Engels is. Zowel de code als het model zijn open source. Je kunt, net zoals bij ChatGPT, gebruik maken van de API van OpenAI en je audio laten transcriberen (dat kost je zoân 40 dollarcent per uur).
Ik doe een onderzoek samen met Sahra Mohamed van de Utrecht Data School naar podcasts, en daar willen we graag grote hoeveelheden audio met spraak gaan omzetten naar tekst. Een collega had haar gewezen op Whisper.cpp, een port van de code van Whisper naar C++. De port heeft als voordeel dat het een stuk makkelijker is om het draaiend te krijgen op verschillende machines. Zoals een minicomputer als de Raspberry Pi of een oude smartphone. En natuurlijk zit er ook een financieel en privacy-voordeel aan: je bent niet afhankelijk van een online partij waarvoor je moet betalen en waar mogelijk je data wordt gelekt.
Installeren van die software werkte vrij makkelijk op mijn Macbook. Vervolgens lieten we de software de recentste aflevering van NRC Vandaag transcriberen (dus het omzetten van audio naar tekst). We zagen iets geks in de output: het leek te werken maar alles was geschreven in het Engels. Had NRC Vandaag toevallig een Engelse aflevering vandaag? Nee, blijkbaar vertaalt Whisper als je de instellingen verkeerd hebt staan ook automatisch alles naar het Engels. Bizar. Vooral omdat de teksten in het Engels ook nog eens goed vertaald waren.
Ook fascinerend was dat Whisper niet alleen spraak omzet in tekst, maar ook geluiden. Dit zijn bijvoorbeeld de eerste paar seconden van dit bekende filmpje van Frans Bromet over de introductie van de mobiele telefoon in Nederland:
Jezuite
Whisper werkt verbazingwekkend goed, maar het is zeker niet foutloos. Een bekend probleem is dat het model kan gaan âhallucinerenâ: dingen bedenken die er niet zijn. En ik heb ook al een aantal keer gezien dat het model blijft hangen en eindeloos dezelfde zin herhaalt:
OpenAI biedt zelf dus geen tool aan om audio om te zetten naar tekst (behalve de API). Er zijn wel organisaties die op de code doorbouwen en er zelf een dienst omheen bouwen, zoals My Good Tape, een Deens initiatief van een lokale digitale krant, waar je met het gratis abonnement 90 minuten per maand kan transcriberen. Podcastnetwerk-lid Michiel testte het uit en meldde me dat er nog wat features misten zoals het kunnen herkennen van verschillende sprekers. Ook is er nog een beperkt aantal exportformats. Dingen die met een concurrent als Amberscript wel kunnen. Maar daar staat tegenover dat de transcriptie dus veel beter is dan die van de concurrent.
ChatGPT is een site waar je kan babbelen met een AI-chatbot. Maar je kan er ook als programmeur mee werken: met behulp van een zogenaamde API kun je de resultaten van ChatGPT gebruiken in je eigen programma.
Het leek me interessant om te kijken of je ChatGPT kon gebruiken om een Mastodonbot te schrijven. Bots waren ooit een typisch Twitter-fenomeneen, maar onder het nieuwe beleid van Elon Musk heeft Twitter de API afgesloten behalve als je minimaal $42.000 per maand betaalt (nee, dat is geen tikfout). Gelukkig is er Mastodon als alternatief, want daar kun je ook gewoon bots voor schrijven. En de API van Mastodon en het aanmaken van een bot blijkt ook nog eens veel eenvoudiger dan bij Twitter. Zeker als je een library gebruikt (ik gebruikte Mastodon.py voor Python) heb je echt letterlijk binnen tien minuten een bot draaiend.
De API van OpenAI voor ChatGPT is zo mogelijk nog makkelijker. Mits je een creditcard hebt kun je gebruik maken van de OpenAI-API en kun je teksten genereren met hetzelfde systeem dat ook door ChatGPT wordt gebruikt. Dat kost wat geld, maar heel weinig: voor 1000 âtokensâ (een token is grofweg een woord) betaal je 0,2 dollarcent. Als ChatGPT de complete werken van Shakespeare zou genereren (een stuk waarschijnlijker dan apen op typemachines) zou dat je zoân 2 dollar kosten.
Voxpopjes
Maar wat laat ik ChatGPT genereren en post ik dan op Mastodon? Ik dacht opeens aan het welbekende voxpopje, de interviewtjes die nieuwsprogrammaâs met ânormale mensenâ afnemen. Met dat formaat heb ik weinig: de meningen zijn vaak zo kort en obligaat dat je net zo goed niks kan zeggen. Eigenlijk net zoals de meeste meningen op Twitter en andere sociale media. Ideaal dus om automatisch te genereren met behulp van AI!
In Python bouwde ik een bot die eerst een âkarakterâ genereert (âeen boze vrouw van 56 uit Venloâ, âeen spirituele man van 21 uit Geertruidenbergâ). Dat karakter stuur ik dan naar ChatGPT samen met de laatste headline van de NOS en een schrijfopdracht zoals âschrijf alles in hoofdlettersâ of âschrijf cynisch met veel emojiâsâ. Zoân prompt zou dus kunnen zijn:
Doe alsof je blije vrouw van 56 jaar uit Aalten bent en schrijf een tweet waarin je reageert op dit nieuwsbericht: “Laatste coronateststraten GGD sluiten vandaag: ‘geen toegevoegde waarde'”. Begin je zin met ‘ik vind dat’ en maak een tweet van maximaal 250 letters. Schrijf vanuit de eerste persoon. Schrijf niet wie je bent, herhaal geen persoonlijke details zoals je leeftijd en woonplaats. Vertel waarom dit de schuld is van big pharma.
De resultaten zijn vaak hilarisch en net zo zinloos als door mensen gegenereerde voxpopjes:
Het is fascinerend om te zien hoe ChatGPT de creatieve prompts verwerkt. De opdracht is om een tweet te schrijven dus er ontstaan automatisch bizarre hashtags als â#hummusnotbombsâ.
Interessante toots volgen ook bij de meer extreme schrijfopdrachten als âschrijf cringy met veel afkortingenâ:
Wilt u Rob ontmoeten? U vindt hem als @voxpoprob op Mastodon.nl. Rob stuurt vier keer per dag zijn voxpopjes rond de uitzendtijden van de NOS Journaals: om 7 uur âs ochtends, 12 en 17 uur âs middags en tijdens het achtuurjournaal.
Dit artikel verscheen eerder in editie #179 van De Circulaire.
Ik las vorige week een interview met en een opiniestuk van Maxim Februari over zijn essay “Doe zelf normaal“, waarin hij bespreekt hoe technologie de democratische rechtsstaat verandert. Februari schrijft dat het best vreemd is dat er zo veel geschreven wordt over de toestand van de wereld, maar zo weinig over de invloed van kunstmatige intelligentie, het internet en algoritmes daarop.
Volgens hem wordt wat ânormaalâ is steeds meer bepaald door statistiek. Door wat algoritmes uit behavorial data halen. Overheden en beleidsmakers lijken een blind vertrouwen in die data te hebben en schuiven democratische basisprincipes opzij. Data is niet neutraal, en zou geen basis moeten vormen voor wetten en regels. Om te bepalen waar de grenzen van een wet ligt moet je âm namelijk overtreden. Februari verwijst naar Rosa Parks, die tijdens de Jim Crow-periode van segregatie in de VS weigerde als zwarte vrouw haar stoel in een bus af te staan aan een witte man. Als niemand ooit de regels overtreedt, worden ze nooit afgeschaft of aangepast.
Big data
Een ander voorbeeld van hoe mensen te veel vertrouwen hebben (mag ik hier het woord âoververtrouwenâ munten?) in technologie vond ik in een stuk van Jordan Tigani over big data. Tigani was in het begin van het vorige decennium een van de ontwikkelaars van BigQuery, een technologie van Google waarmee je makkelijk door enorme bergen data kunt zoeken. Big data was destijds echt een modewoord. Bedrijven zouden zoveel data verzamelen dat ze het niet meer met traditonele technologiĂ«n konden doorzoeken. Dus werden er data lakes opgezet en ontwikkelaars ingehuurd om al die nieuwe technologiĂ«n te implementeren.
Maar wat constateert Tigani tien jaar later? De meeste bedrijven hadden BigQuery helemaal niet nodig. De overgrote meerderheid had minder dan een terabyte aan data. Inderdaad, net zoveel als die externe harde schijf die u ergens in een kast hebt slingeren en waar u hopelijk af en toe een backup op maakt. En al die nieuwe software die nodig was om big data te beheren? Er is nu juist weer een beweging terug naar traditionele relationele databases zoals PostgreSQL, SQLite en MySQL, gecombineerd met cloudoplossingen die goedkoop en snel zijn (een server met een terabyte aan opslag heb je tegenwoordig al voor âŹ100 per maand). Saai en traditioneel is blijkbaar goed genoeg.
S-curve
Misschien zitten we met de huidige digitale technologie wel op het einde van een zogenaamde sigmoĂŻde-curve. De theorie is dat technologie zich traag ontwikkelt, maar dan opeens in korte tijd razendsnel groeit, tot het plafond wordt bereikt in wat mogelijk is. YouTuber Tom Scott publiceerde afgelopen week een videoessay over hoe ChatGPT een stukje code schreef om zijn e-mails te fixen. Die code bleek prima te werken, puur op basis van een paar regels (Engelse) tekst die hij invoerde. Hij vraagt zich af waar we op die S-curve staan met AI. Aan het begin, en moeten de echt grote innovaties nog komen? Of blijven ChatGPT en vrienden een handigheidje? Hoe dan ook ziet hij het als het einde van een tijdperk waarin hij (en ik zelf ook, we zijn van dezelfde generatie) opgroeiden met âditâ internet. Met als belangrijk ijkpunt de introductie van Napster in 1999 (lees vooral dit boek daarover). Dat gooide niet alleen de muziekindustrie overhoop, maar bleek ook een sjabloon voor verandering in heel veel andere sectoren.
De angst die de muziekindustrie had voor Napster zie je nu bij de bedrijven die de afgelopen 25 jaar groot zijn geworden. Google is een goed voorbeeld. Logisch, want de kwaliteit van de zoekmachine is enorm achteruit gegaan. Ik was de afgelopen week bezig een site te ontwikkelen met behulp van WordPress. Een hoop van de âhoe moet ditâ-vragen die je als ontwikkelaar constant hebt waren makkelijker te beantwoorden met ChatGPT dan met Google. Bij ChatGPT krijg je direct een antwoord, terwijl je bij Google vaak wordt overspoeld door clickbaity websites die hoog willen scoren. Hoewel die websites niet van Google zijn, vormen ze zich wel naar het Google-algoritme. Je moet je eerst door twintig alinea’s met zinloos gebrabbel worstelen voordat je antwoord krijgt op je vraag. Wellicht een kwestie van tijd voordat ChatGPT-antwoorden ook volzitten met troep, maar ik denk dat dit nog wel even zal duren. Op het moment is Microsoft vooral bezig om te voorkomen dat diens implementatie van ChatGPT in zoekmachine Bing mensen adviseert om te scheiden en te trouwen met een chatbot of gebruikers gaslightdat ze nog in 2022 leven.
Sokken met sandalen
Hoe gaat dit zich allemaal ontwikkelen? Hoe ziet de wereld er over 25 jaar uit, als beleidsmakers en leiders AI gebruiken om delen van onze wetten en regels te genereren? Maximum Februari haalt hoogleraar Mireille Hildbrandt in zijn essay aan, die beargumenteert dat âje de democratie niet kunt computeriseren, maar dat het toch zal gebeuren, omdat te veel mensen denken dat het wel kan.â Ik denk dat zij daar helaas gelijk in heeft.
Natuurlijk vroeg ik ChatGPT ook nog naar welke wetten die zou bedenken. Daar kwam een wet uit die het verbiedt om sokken met sandalen te dragen (âsommige mensen vinden dat onsmakelijk of onmodieusâ). Of een regel die voorschrijft dat je je pizza voortaan met mes en vork moet eten.
Ik kijk er alvast naar uit.
Dit stuk verscheen eerder in editie #177 van De Circulaire.
Afgelopen week had Arjen Lubach het in zijn Avondshow over overheidswebsites. Daar blijken er nogal wat van te zijn: bijna 1800. Veel van die sites dupliceren elkaar. Als je bijvoorbeeld iets wilt opzoeken over coronavaccinaties zijn er wel tien sites die je kan raadplegen. En ze verwijzen ook nog allemaal naar elkaar. En dat gaat alleen nog maar over corona. Er zijn ook talloze sites over het verduurzamen van je huis, beter omgaan met geld of gezonder eten. Met âhandigeâ tips als âdoe eens meer groente in je bamiâ. Bedankt, vadertje overheid!
De hoeveelheid sites was niet wat me het meest opviel toen ik wat willekeurige sites uit die lijst bekeek. De Rijksoverheid is nou eenmaal een enorm orgaan met talloze afdelingen en campagnes. Het was vooral de zinloosheid van al die sites. Er zijn veel goed geproduceerde fimpjes, die niemand kijkt. Mooi geschoten fotoâs die niemand ziet. En een kennis vertelde me dat al die sites een dure toegankelijkheidsaudit moeten ondergaan. Ik betwijfel dat iemand het merkt.
De toon van de teksten viel me ook op. Ăf het lijkt geschreven te zijn voor een kind van vijf (zoals die bami-met-groenten-tip), Ăłf de teksten lijken geschreven te zijn voor mensen die minstens hoogleraar in de rechten zijn. Om een voorbeeld te geven: de homepage van de Adviescommissie Gegevensverstrekking Weigerende Observandi (2 bezoekers per dag) legt zo uit wat ze doen:
De AGWO adviseert de officier van justitie over de bruikbaarheid van de verkregen behandelgegevens, bezien vanuit de strafzaak. De officier van justitie kan vervolgens een vordering indienen bij de penitentiaire kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Op de hele site is alleen in een PDF die op een subpagina staat te lezen wat een âobservandiâ is (een verdachte die een onderzoek naar een psychische stoornis weigert).
Ik betwijfel dat het veel zin heeft om de zoveelste site op te tuigen met tips hoe je van je schulden af kunt komen of gezonder kunt eten. Dat komt ook door twee interviews die ik de afgelopen twee weken luisterde.
Presentator en comedian Edson da Graça (die ondermeer het fantastische jeugdprogramma Gewoon bloot presenteerde) was te gast bij de podcast van Pepijn Schoneveld. Hij zat ooit diep in de schulden. Hij kwam eruit doordat een collega het doorhad en hem hielp. Gewoon door met hem door zân administratie te gaan, instanties te bellen en uitstel van betaling aan te vragen. Waarom was hij ooit in die schulden gekomen en er niet zelf uitgekomen? Natuurlijk, omdat zijn omgeving hem daar nooit op had gewezen. Als je niet weet dat er regelingen zijn, dat je brieven kunt sturen naar instanties en gemeentes dan doe je dat niet. Zeker niet als je jezelf enorm schaamt voor het feit dat er stapels met incassobrieven liggen.
Dat je je niet kunt voorstellen dat iemand zoiets niet weet heeft te maken met privilege. Een onderwerp dat uitgebreid ter sprake in het marathoninterview met publicist Joris Luyendijk, die vorig jaar het boek De zeven vinkjes publiceerde. Een van zijn belangrijkste punten is dat privilege niet alleen maar gaat over huidskleur, of gender of seksuele voorkeur. Het gaat óók over sociale klasse. Een geadopteerd Koreaans meisje dat opgroeit in een gezin met twee witte universitair geschoolde ouders in Amsterdam-Zuid heeft meer kansen dan een witte heteroseksuele Poolse bouwvakker met alleen basisschool die gebrekkig Nederlands spreekt. Dat meisje zal de weg wel kunnen vinden dankzij haar ouders, voor die bouwvakker zijn de kansen een stuk kleiner.
De menselijke maat
Even terug naar die overheidswebsites. Bij zowel het interview met Da Graça als dat van Luyendijk ging het over hoe we kunnen zorgen voor meer inclusie. Of hoe een drama zoals het toeslagenschandaal voorkomen had kunnen worden. Ik denk dat ik weet wat in ieder geval nĂet werkt: de zoveelste website met open deuren optuigen.
Maar ja, zoân oplossing is als je er met een neoliberale bril naar kijkt veel te duur. Ook een reden waarom bijvoorbeeld banken hun klanten vertellen dat ze moeten internetbankieren, en de afgelopen tien jaar driekwart van hun filialen sloten.
Weer de zoveelste website optuigen met tips lijkt me dus vooral iets voor de bĂŒhne. Om de minister te laten zien dat er heus wel iets gebeurt. En een goede reden om een congres te organiseren met âgedurfde gesprekkenâ en een gebakje te eten omdat de 1801-ste overheidswebsite is opgetuigd.